verhaal 1
Slenterend door de straten en omringd door de menigte probeerde Eva haar
weg te vinden door weer een roze zaterdag. Een zaterdag die net als vorig jaar
alleen begon. De auto had ze toen een paar treinstations buiten de stad
neergezet en er waren meer mensen op dat idee gekomen, zodat het toch een
aardige drukte was op het perron van dat provincie dorpje. Een perron, zo
stelde Eva zich voor, dat op een gemiddelde zaterdag niet zoveel
belangstelling had als vandaag. Wat haar opviel terwijl ze wachtte op de trein,
was dat je veel koppeltjes toch vlot kon herkennen. Van de lesbische symbiose
had ze wel eens gehoord, maar hier was het net een etalage waar het
tentoongesteld stond. En niet alleen de dames, maar ook de herenkoppeltjes
leken zich die symbiose toe te eigenen. Niet dat ze het afkeurde die symbiose,
maar frappant vond ze het wel en stiekum moest ze er ook wel een beetje om
glimlachen.
De trein kwam langs het perron en de menigte wisselde, hoewel meer
mensen instapten dan eruit. In de trein vond ze een plekje op het balkon. Voor
haar was het balkon een vertrouwde plek. Vertrouwd, omdat het je toch een
kijkje gunde in het alledaagse leven. Vaak meer nog dan in de coupe's, hoewel
die ook wel de nodige charme hadden. Zowiezo kon een treinreis haar wel
bekoren, maar sinds ze die auto had, kwam ze niet meer toe aan een lange
treinreis. Eigenlijk moest ze gewoon die bak eens thuis achterlaten en puur
voor de lol met de trein weer een reisje naar Basel op en neer maken. Zoveel
kost dat niet eens. En dan krijg je zo'n mooi uitzicht over de Lorelei gratis en
voor niets erbij cadeau. Daar kan echt geen Autobahn tegenop.
Met deze flarden van gedachten kwam ze bij een lunchroom uit die haar wel
aanstond en ging ze naar binnen. “Een thee en een appelgebak met slagroom
graag.” Een paar minuten later kwam het serveerstertje met de bestelling
aanlopen. Eva bleef even kijken naar haar en met een lichte vertedering in
haar glimlach bedankte ze het meisje voor de vlotte bediening. De vertedering
kwam omdat ze toch iets van jaloezie merkte bij zichzelf. Jaloers omdat ze zelf
nooit een meisje is geweest.”Geniet maar van je jeugdjaren” wenste ze met
haar gedachten toe aan de meid.
Onwillekeurig ontlokte die gedachte toch wel een zucht bij Eva, waarna ze
wat mijmerde over haar eigen jeugd. Een jeugd die niet zonder slag of stoot
verliep. Lieve ouders had ze wel, maar ze begrepen haar niet ... toen niet in
ieder geval. Nu is het wat beter, maar het houdt nog niet echt over. Het stukje
citroen dreef inmiddels in het hete water en het theezakje volgde snel. Haar
gedachten bij hoe ze 20 jaar geleden in één minuut half volwassen werd. Hoe
haar kindzijn haar in een keer werd afgenomen en hoe aan de andere kant ze
nog heel lang kind is gebleven, nooit toegekomen aan echt lekker puberen,
experimenteren met fysiek contact.
En hoe konden haar ouders haar ook begrijpen als ze het zelf allemaal niet
eens snapte!
Nu weet ze veel meer en is alles wel duidelijk. Waarom ze die verwarring had
in haar jonge jaren. De jaren dat ze de schijn van jongen probeerde op te
houden. Nu is die schijn al weer een paar jaar verleden tijd en leeft ze heerlijk
op. Dat het voor haar heel wezenlijk aan elkaar gekoppeld was. Haar
aanhoudende interesse in meiden en vrouwen. De afschuw van haar eigen
lichaam. Afschuw omdat het een jongenslijf is. Een keurslijf dat niet past bij
haar. Gelukkig is die maskarade voorbij nu.
Het theeglas inmiddels nog halfvol en het appelgebak bijna weg, kwam het
meisje langs de tafel.”Is alles naar wens?” vroeg ze met haar vriendelijke, maar
nog erg jonge stem. Eva knikte met een tevreden glimlach. “hoe oud zou ze
zijn?” dacht Eva, terwijl de serveerster haar rondje afmaakte. Eva bedacht
geen antwoord op haar eigen vraag en nam nog een hapje van de appeltaart.
Nu is haar lijf niet meer zo dat van een jongen. Een paar fraaie welvingen
krijgen leuk vorm inmiddels en de bolling in haar broek slinkt aanzienlijk.
Ondanks deze tussen-in staat van zijn komt ze wel thuis. Hoe haar eertste kus
ging, de eerste liefkozende strelingen op haar rug en armen, haar schouders en
hals. Hoe ze meeging in die strelingen, hoe makkelijk en vanzelf dat allemaal
ging die avond. Hoe voorzichtig en liefdevol die kus in de hals geplaatst werd.
Bijna voelde ze zich toen een tere plant die niet veel kon hebben en eigenlijk
was dat ook wel zo, maar dat realiseerde ze zich pas later. Hoe bijzonder die
mevrouw was, dat ze deed wat kon en liet wat gelaten moest worden en hoe ze
daar zelf in meeging. Zo een geweldige wisselwerking had ze niet eerder
meegemaakt en de herinnering eraan is een heerlijk zoete. Ze wenkte het
meisje en vroeg om nog een thee.
Dit jaar was ze weer met de auto gekomen, maar had hem nu in de stad
geparkeerd, omdat ze wist van de gratis parkeerplaats die weinig gebruikt
werd, maar toch op loopafstand van het centrum was. Wat is loopafstand
eigenlijk. Met Josien liep ze hele dagen, van vroeg in de ochtend tot ver in de
middag. Oh wat had ze Josien graag bij zich gehad vandaag. Arm in arm met
haar is toch nog steeds weer een belevenis bedacht Eva. Josien haar gave
slanke vingers kwamen in gedachten voorbij en denkbeeldig streelde ze die
met haar bijna verweerde vingertoppen. Verweerd door het best zware werk
dat ze deed. De hele dag bestellingen klaar zetten in de kou van een koelcel.
Echte werkhanden had ze ervan gekregen. Zo nu en dan ook liep ze een
wondje op of brak ze een nagel.
Josien deed werk dat veel vriendelijker is voor de handen, maar dat toch best
slopend kon zijn. Voor het reisbureau waar ze werkte, had ze nogal eens een
dienstreisje naar het buitenland en ook dit weekend was het weer zover. Eva
baalde daar toch steeds weer van en dat balen zette zich vrijwel altijd om in
een verlangen haar weer te kunnen aanraken en aangeraakt te worden door
haar. Met Josien was het anders als met die eerste mevrouw, hoewel ze beide
flink ouder waren als zijzelf. Anders, maar niet minder mooi. En ze bleef voor
die eerste toch best een zwak houden, hoewel ze haar waarschijnlijk nooit
meer zou zien.
Eva rekende gul af met het meisje en ging weer de straat op. Met haar hoofd
nu nog meer bij Josien kon ze de massa wat slechter hebben dan eerder die
middag.
Een paar straten verder met nog steeds een flard van de eerste mevrouw in
haar gedachten zag Eva een bekend gestalte. Het haar, haar gezicht ... Bijna
verstomd bleef ze staan kijken van de andere kant van de straat. Af en toe
werd haar uitzicht onderbroken door een voorbij komende auto, maar daar
stond ze echt. Zoveel mensen in de stad en dan blijkt het toch een kleine
wereld te zijn. Ruim een jaar geleden was het met die eerste aanraking en nu
kwam die weer helemaal opnieuw tot leven. En hoe ze niet eens vijf minuten
geleden bedacht dat ze haar waarschijnlijk nooit meer zou zien. Zou zij haar
zien? Die gedachte vraag maakte Eva wat onrustig. Ook vroeg ze zich af of ze
wel gezien wilde worden door haar en net toen ze besloot om toch maar door
te lopen was die mevrouw al de straat overgestoken naar Eva toe.
“Hey, ken je me nog?” vroeg ze haar met een gepaste afstand tussen zichzelf
en Eva in. “Hoe kan ik je ooit vergeten” antwoordde Eva. Niet alleen deelden ze
die heerlijke wisselwerking, maar ook de nodige bagger die daarna kwam en
meer met die bagger in haar gedachten gaf Eva haar antwoord. Na een kleine
pauze waarin niets gezegd werd, alleen gekeken, vroeg Eva de mevrouw hoe
het met haar ging. En omdat de schoonheid van de wisselwerking van vorig
jaar weer in haar gedachten terugkwam, was de toon best mild en teder. De
mevrouw begon haar antwoord met een glimlach. Een die steeds breder werd
en ze liet Eva haar hand zien zonder een woord te zeggen. Een mooie
gelijkmatige trouwring sierde haar ringvinger en terwijl Eva die bekeek, werd
bij de mevrouw de glimlach een ware trotse gezichtsuitdrukking. De mevrouw
vroeg Eva of ze wat met hun ging drinken. De mevrouw wees naar een
vriendelijk wuivende dame die nog aan de overkant van de straat stond. “Nee,
laat maar” klonk het antwoord en nog sterker dan bij de thee verlangde Eva nu
naar Josien.
Hoe ze haar hand zou willen vastpakken en bijna fijnknijpen, haar hoofd op
de schouder bij Josien leggen en haar andere hand langs de heup onder de
riem wilde klemmen. “Ik ben blij voor je” zei Eva nog tegen de mevrouw voor
ze weer terug ging naar de overkant. Die opmerking werd met een oprechte
glimlach beantwoord.
Het groeiende verlangen om weer bij Josien te zijn maakte Eva week. De
helderheid verdween verder uit haar hoofd en de drukte van de menigte werd
overweldigend. Eva kende dit van zichzelf en ze wist dat het nu tijd was om te
vertrekken. Met wat moeite kwam ze bij de auto en ondertussen vervloekte ze
zowat het drukke verkeer waar ze doorheen moest om de stad uit te komen.
Eenmaal de stad uit, had ze geen idee meer hoe hard ze reed. Haar gedachten
vol met verlangen en verdriet. Verdriet omdat ze nu zover weg was van haar
lief en haar zo dichtbij wenste.
Ze schrok op van de boom die met een niet meer te ontwijken vaart op haar
zichtveld binnenstormde.